Eerst dacht ik: nee, ik doe er niks mee, is gebeurd, doet er niet meer toe. Maar nadat ik gisteren, binnen 24 uur de zoveelste verkeersovertreding meemaakte dacht ik; OKE ik moet er wel wat mee. Want, en dat vind ik, de mensen zijn zo’n aso’s in het verkeer geworden. Had je vroeger gewoon de hardrijder? Nou, nu heb je de; ik-lap-lekker-elke-regel-aan-mijn-laars-weggebruikers. En ik bedoel dan niet alleen de automobilisten.
Zondagochtend begon het. We gingen, zoals tegenwoordig gebruikelijk, onze zondagochtendwandeling maken, mijn zoon en ik. Dit keer samen met een vriendin en Victor, de hond. Ongeveer 5 minuutjes lopen van ons vandaan ligt een mooi wandelgebied, bosrijk, best groot en goed vertoeven. Maar, voordat we daar aankomen moeten we twee zeer drukke verkeerspunten nemen. Notitie voor gemeente; maak het rondom het centrum verkeersluw alstublieft! Want zelfs op zondag verga je hier van de uitlaatgassen en verkeersdrukte. En voor degene die denken, ja dag, moet je niet in het centrum gaan wonen; het was hier ooit fijn, rustig wonen, ondanks dat ik dicht bij een centrum woon, maar ik woon niet IN het centrum. Dus ja, ik klaag erover.
Enfin, bij het eerste obstakel gekomen kregen we te maken met een onoplettende 65-plusser in zijn BMW-1 serie, kennelijk verleidt dat merk tot hardrijden, geen idee, die met hoge snelheid, doch ver genoeg van ons vandaan, de bocht om kwam gescheurd. Let op: 50 km zone, deze meneer overschreed de maximum snelheid ruimschoots in een toch redelijk scherpe bocht. Hij had ons kunnen zien maar zekerheidshalve zei ik tegen mijn zoontje: ‘wacht maar even’. Hoewel het voor een voetganger eigenlijk een safe-zone zou moeten zijn, knalde deze meneer zonder blikken of blozen, en zonder links of rechts van zich te kijken, gewoon rechtdoor, geen afremmen, niks. Terwijl het echt niet te overzien was, drie mensen, een hond, ik met één voet op een ZEBRAPAD…maar stoppen deed hij niet.
Meneer-opzij-opzij-opzij, reed door, ik heb nog wat gevloekt en nagezwaaid in kindertaal-en gebaren want kleine oortjes en oogjes waren erbij. Niet dat het iets uithaalt of voldoening geeft. Enfin, we zetten nogal verbaasd maar dapper onze wandeling voort richting obstakel nummer twee. Een fietstunnel met rechts ervan voetpad, dat aan het einde van de tunnel overgaat in...tja, niks! Eerlijk is eerlijk, je komt van het voetpad meteen terecht op het fietspad. Het twee-richtingen fietspad wel te verstaan. Waar moet je als wandelaar naartoe? Ikzelf loop dan naar het linker stuk zodat ik de tegemoetkomende fietser kan zien en achteropkomende fietser daarmee gelijk ontwijk. Maar we waren even onwennig, enthousiaste 4-jarige hond die genoot van de extra aandacht van zijn minstens net zo enthousiaste 6-jarige mensenkindvriend. Kortom, even de balans zoeken. Dus; ik zie, weer in de verte, racefietsers aankomen en ik maan mijn zoon en vriendin met hond Victor tot even wachten maar ik had het nog niet gezegd of zoef, zoef, zoef……mijn zoon schrikt zich kapot, of zoals hij het zegt: “ik schrokte mij dood mama!” , ik gil, naar de aso-fietser “hufter” en mijn zoon “pas op” tegelijk, ik zie het shirtje van mijn kind wapperen door de wind die de fietser maakte! Serieus! Hij ging zo ongelooflijk hard op een centimeter na langs mijn zoon af. Had hij zich omgedraaid, die kleine man van mij? Ik wil er niet aan denken wat er dan was gebeurd. Ja, jawel, ik was doorgedraaid, dat is zeker en die fietser was zijn leven al helemaal niet meer zeker geweest. Maar ik was gewoon verbijsterd, kwaad, nee woedend dekt de lading meer, en onthutst tegelijk. “HEY, HEB JE GEEN BEL!!!!” Riep ik nog na “STOMME ASO DAT JE BENT!” Ja pardon, ik liet mijn fatsoen even gaan.
Dit is het soort fietsenmens dat het, echt waar, verpest voor alle andere recreatieve fietsers. Want dit gedrag, daar wordt een hele groep recreanten mee geassocieerd en helaas niet alleen dat individu dat belachelijk en roekeloos gedrag vertoont. En ook hier weer maan ik de gemeente aan tot actie. Want los van het feit dat die fietser echt beter had mogen opletten en wij wellicht een chaotisch kluwen obstakels in de vorm van Medusa’s hoofd voor meneer de racefietser leken, vind ik dat een voetpad dat overgaat in het luchtledige, zo à la, “kijk maar even waar je gaat lopen”, een oplossing van “ECHT NIKS EN VOLKOMEN WAARDELOOS”. De ontwerper van deze infrastructuur in mini-vorm mag echt terug naar school. Aanpassen aa de huidige en toekomstige tijd a.u.b.! Waarschijnlijk woont de persoon in kwestie niet in dit dorpse stadje anders had hij/zij het waarschijnlijk allang veranderd. Voor wederzijds respect in het verkeer is nog maar een vleugje nostalgie te vinden, haast vintage, getuige de 65-plusser een paar minuten eerder die zich reeds tot de hufter-modus heeft verheven .
Al goed, eindelijk wat bekomen van de schrik en weer 10 grijze haren erbij, zetten we onze wandeling voort en hèhè, eindelijk is daar het bronsgroen, Limburgse landschap. Oord van rust en vree. Zou je denken. Maar, het stonk er als een riool, want één van de vijvers kampt met droogte of iets dergelijks en daardoor ontwikkelen zich allerlei odeurtjes die mijn (sterk ontwikkelde) reukvermogen zwaar tarten. Je weet niet hoe snel je erlangs moet lopen om vooral, in mijn ogen, die giftige lucht niet in te ademen. Hondenvriend Victor mocht niet in het water, teleurstelling natuurlijk, zoonlief mocht ook geen steentjes ketsen op het water, volgende teleurstelling, niet uit te houden die stank dus maar weer door.
De waterpartijen liggen vol met oud brood, gevoerd aan de zwanen en eenden die er zwemmen maar dit eigenlijk niet mogen krijgen. De bordjes met: “Verboden te voeren” staan zowat om de 100 meter maar dat geldt voor geen enkel mens, want men trekt zich er niks van aan: verboden te voeren geldt voor iedereen maar dus kennelijk voor niemand. Mijn zoon mag het officieel ook niet van mij maar ik weet dat hij het toch doet als hij de kans krijgt. Tot zover mijn bijdrage in de opvoeding, andere walsen daar met het grootste gemak overheen.
Maar ik wijk weer af. We zijn namelijk inmiddels weer op de terugweg, en dit keer kozen we ervoor om over het geasfalteerde, “Verboden voor voertuigen”, stukje terug te lopen. Maar verboden voor voertuigen betekent helaas niet verboden voor tractoren. Want de boer moet nu de patatten poten en langs ons stukje bronsgroen Limburgse woud ligt helaas ook een heel stuk akkerland. En daar kleven wat nadelen aan, voor de fervent wandelaar. Zoals de grote, woest ogende en in het groen totaal misplaatste tractoren, gepaard met de uitlaatgassen, kuch hoest kuch (is dat wat ze bedoelen met stikstofbeleid en te dicht op de natuur?) En ook deze hoorden we weer van ver komen. Daar om de bocht kwam hij aangevlogen. Sorry, gereden. En ik weet niet hoe dat bij jullie is maar ik raak altijd in een licht soort van paniek als ik die enorme wielen zie die soms ongecontroleerd heen en weer lijken te zwiepen, evenals de aanhangers en andere attributen wat deze enorme gevaartes met zich meetorsen. Daarbij zie ik vaak dat de (nog jonge) bestuurders met één hand aan het stuur en in de andere hand een telefoon vastgeplakt de moordmachine besturen en dat vind ik, op zijn zachts gezegd, zeer onverantwoord. Zeker op dit smalle stuk. Kind, vriendin en Victor de hond aan de kant, achter mijn armen. Ik keek best een beetje bozig en bezorgd naar de bestuurder, maar deze leek het gewend en keek stoïcijns en onaangedaan, reed voorbij met een air van: “wie doet mij wat!”
Overigens, wij waren echt niet de enige wandelaars die daar lichtelijk verbijsterd en een toefje geïrriteerd naar de tractorman keken. Als ik eerlijk ben: In mijn ogen is dit ook niet meer verenigbaar met elkaar, natuur en verkeer. Het gaat nergens meer om. Ach ja….je zult mij wel een zeur vinden.
Al met al was het wandelen heerlijk, maar het leek hier en daar een beetje op een buckelpiste zeg. Bah, bah. We hebben voor de rest een prettige wandeling gehad en je kunt je alleen maar verbazen over de grote tegenstellingen die je ziet wanneer je de tunnel weer doorloopt en aan de rand van het “centrum” komt, op de drukke rotonde, aanstormend verkeer van alle kanten want er is tegenwoordig iedere dag wel wat te doen in de dit dorpse stadje. Stel je voor de mens zou zich een uur vervelen.
De volgende ochtend ben ik eigenlijk alweer vergeten wat er de dag ervoor allemaal voor mini-irritaties in mijn hersenen plaatsvonden. Wij hadden namelijk nog fijne een zondagmiddag waarbij wij met dat mooie weer in de tuin gewerkt, gespeeld en geklust hadden en een heerlijk, lang weekend afsloten.
Nu breng ik mijn zoon meestal lopend naar school, en zo ook afgelopen maandagochtend. En op de terugweg heb ik toen besloten dat ik toch een blog wilde schrijven over verkeershufters: want daar komt ze, de jongedame: kennelijk wat laat vertrokken thuis, dus haast neem ik aan, en geeft mij geen voorrang om over te steken. Ik sta op de stoep om rechtdoor(!) over te steken, zij komt de bocht om (!) en rijdt mij zowat over de voeten, zonder blikken of blozen, zonder omkijken, zonder een sorry gebaar waardoor ik weet dat je met alles bezig bent behalve het verkeer. Want de wereld rondom jou, bestaat kennelijk niet. Mevrouw -ik-ben-alleen-op-de-wereld, Remy in het kwadraat, de wereld draait om mij-attitude. En toen dacht ik: jawel, ik schrijf er toch over, het wordt tijd dat de mensen zich meer gaan aantrekken van anderen. Ook in het verkeer. Want een ongeluk zit in een klein hoekje.
Fijne dinsdag nog.
Liefs Charlotte.
Reactie plaatsen
Reacties
Heel veel mensen hebben afslankversie van hun auto want er zitten geen knipperlichten meer op 😜
Absoluut ook een tekortkoming. Maar ze kunnen geen richting aangeven want ze zijn vergeten waar dat ook alweer zat....en oja handen vol aan stuur en telefoon 🤐
Helemaal eens met hufterigheid in verkeer…wordt steeds meer, en niet alleen in verkeer.